Ook als overheid aan de slag met duurzaamheid
De roep om duurzaamheid klinkt steeds luider. Maar bij duurzaam gedrag moet niet alleen worden gekeken naar oliemaatschappijen of fabrieken. Ook de publieke sector moet in actie komen. In deze blog gaan we in op de directe en indirecte verplichtingen die overheden hebben op het gebied van duurzaamheid.
Europese initiatieven zoals de Europese Green Deal (EGD) en de Sustainable Development Goals (SDG's) richten zich rechtstreeks op overheidsorganisaties. Tegelijkertijd hebben initiatieven zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) en de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) indirect invloed op de publieke sector door hun rol als toezichthouder, samenwerkingspartner en voorbeeldgever.
Duurzaamheid is niet alleen een uitdaging voor bedrijven. Overheden moeten hun verantwoordelijkheid nemen door aan directe verplichtingen te voldoen én door vanuit een voortrekkersrol invulling te geven aan de indirecte impact van deze Europese richtlijnen. Maar wat zijn dan de verplichtingen voor de overheid?
Duurzaamheidswetgeving: wat moet je als overheid doen?
Om te begrijpen hoe duurzaamheidswetgeving zoals de CSRD en CSDDD publieke en private organisaties beïnvloedt, is het belangrijk om een helder overzicht te hebben van de belangrijkste verplichtingen en hoe dit overheden raakt. De volgende regelingen zijn van belang, waarvan de eerste drie directe werking hebben:
- Sustainable Development Goals (SDG's)
- European Green Deal (EGD)
- Klimaatnota
- Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD)
- Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD)
Directe werking: de SDG, de EGD en de Klimaatnota
Deze drie regelingen zijn direct van toepassing op overheden. Waar de EGD en Klimaatnota zich primair op milieugegevens richten, omvatten de SDG’s ook sociale en economische dimensies. Door dezelfde standaarden als bedrijven toe te passen, kunnen overheden niet alleen de transparantie vergroten, maar ook een voorbeeld stellen aan het bedrijfsleven.
Vanuit de SDG’s en het Klimaatakkoord van Parijs hebben overheden mogelijk zelfs een juridische plicht om zich sterk te maken voor duurzaamheid. Een treffend voorbeeld hiervan is de Urgenda-zaak, waarin de Nederlandse overheid via de rechter werd gedwongen om strengere maatregelen te nemen om de klimaatdoelen te halen.1 Dit precedent toont aan dat overheden juridisch gehouden kunnen worden aan de doelstellingen en verplichtingen uit de SDG’s.
Voorbeeld uit de praktijk - rapporteren over CO2-uitsoot
Een concreet voorbeeld van hoe duurzaamheidsdoelen in de praktijk worden gebracht is de nationale Klimaatwet. Deze wet verplicht de overheid om jaarlijks te rapporteren over de voortgang van de nationale CO₂-doelen, wat resulteert in de Klimaatnota. Hierin komt naar voren welke stappen overheden nemen om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen. Zo hebben grote gemeenten zoals Amsterdam en Rotterdam ambitieuze plannen gepresenteerd om de CO₂-uitstoot in de stad drastisch te verlagen.2 Deze steden hebben zich gecommitteerd aan emissiereducties door bijvoorbeeld het verduurzamen van de woningvoorraad, het bevorderen van groene mobiliteit, en het investeren in duurzame energie. Toch is het nog maar het begin. Veel overheidsorganisaties zijn nog niet in staat om alle relevante data op een gestructureerde manier te rapporteren, en er is vaak geen eenduidige systematiek in het meten van bijvoorbeeld biodiversiteit of circulaire economie.
Hier komt de kracht van datagedreven werken en AI om de hoek kijken. Overheden kunnen met behulp van AI-systemen grote hoeveelheden data verzamelen, analyseren en interpreteren op een manier die misschien nu nog ontbreekt. Denk hierbij aan een toepassing die het effect van stedelijke vergroening op biodiversiteit in kaart brengt. Dat kan door datasets over de luchtkwaliteit, grondgebruik, en diersoorten in een bepaald gebied real-time data te combineren. Dit maakt het niet alleen mogelijk om op een veel gedetailleerder niveau te rapporteren, maar ook om sneller en effectiever beslissingen te nemen die bijdragen aan duurzaamheid.
De EGD en de Klimaatnota verplichten Nederland om gegevens te verzamelen over emissies, energiegebruik en afvalbeheer. Ook vrijwillige rapportages over de 17 SDG's, zoals klimaatactie, armoede en gendergelijkheid, tonen het brede spectrum aan duurzaamheidsdoelen. Door deze verplichtingen serieus te nemen, kunnen overheden een leidende rol vervullen in de duurzame transitie.
Indirecte rol van de overheid: CSRD – transparantie in duurzaamheid
De CSRD verplicht bedrijven om transparant te rapporteren over hun impact op mens, milieu en maatschappij, conform de EU Sustainability Reporting Standard (ESRS). Dit is vergelijkbaar met een financiële jaarrekening, maar dan gericht op duurzaamheid.3 Hoewel de CSRD geen directe verplichtingen oplegt aan overheden, hebben zij wel een indirecte verantwoordelijkheid. Overheden hebben namelijk een cruciale rol als voorbeeldgever. Overheden zijn als grote inkopers en werkgevers belangrijke spelers. Door zelf de CSRD-principes te omarmen en dezelfde strenge standaarden toe te passen op hun eigen processen en rapportages, kunnen zij laten zien dat duurzaamheid een gezamenlijke maatschappelijke verantwoordelijkheid is. Dit kan bijdragen aan een cultuurverandering waarin transparantie en duurzaamheid centraal staan.
Daarnaast hebben overheden een rol als toezichthouder en stuurder op de keten. Zij kunnen bedrijven ondersteunen in de transitie naar duurzame transformatie door duidelijke richtlijnen te bieden, financiële prikkels te creëren en kennisdeling te faciliteren. Door transparantie te verhogen en zelf het goede voorbeeld te geven, kunnen overheden vertrouwen versterken en het bedrijfsleven inspireren en motiveren om zich aan de nieuwe normen te houden. Publiek-private samenwerking is randvoorwaardelijk voor het succes van duurzaamheidsinitiatieven.
Indirecte rol van de overheid: CSDDD – Verantwoord gedrag in de keten
De CSDDD verplicht bedrijven om hun toeleveringsketens te onderzoeken en risico’s op schendingen van mensenrechten en milieunormen te voorkomen. Je kunt het vergelijken met een detective die zoekt naar de zwakke schakels in de keten met als doel om verantwoord ondernemingsgedrag te bevorderen en negatieve impact in de keten te minimaliseren.
Net zoals bij de CSRD richt de CSDDD zich direct op bedrijven, maar is de rol van overheden belangrijk. Overheden hebben een rol als toezichthouder en stuurder. Zo zijn zij verantwoordelijk voor het opstellen van een uitvoeringswet en moeten zij toezien op naleving en het opleggen van sancties bij overtredingen. Deze indirecte verantwoordelijkheid maakt hen cruciaal voor de effectieve implementatie en naleving van de richtlijn. De overheid draagt daarmee in belangrijke mate bij aan het slagen van deze richtlijn.
Daarnaast heeft de overheid een belangrijke rol als marktspeler, omdat ook zij zelf te maken hebben met complexe toeleveringsketens, bijvoorbeeld bij grote infrastructuurprojecten. Denk hierbij aan ketenpartners zoals bouwbedrijven, ingenieursbureaus, leveranciers van bouwmaterialen, transportbedrijven en energieleveranciers. Ook milieuconsultants, onderaannemers en lokale overheden zijn vaak betrokken. Overheden kunnen zich op een positieve manier onderscheiden door hier hun eigen ketens te onderzoeken en risico’s op schendingen van mensenrechten en milieunormen te minimaliseren. Dit betekent ook dat overheidsinstanties transparant zouden moeten zijn over hun eigen inkooppraktijken en moeten samenwerken met leveranciers om duurzame oplossingen te vinden.
Door deze rollen te combineren en zowel als toezichthouder, wetgever en marktspeler te handelen, kunnen overheden een voorbeeldfunctie vervullen. Dit versterkt hun geloofwaardigheid en laat zien dat zij niet alleen reguleren, maar ook zelf verantwoordelijkheid nemen.
Kortom, de implementatie van zowel de CSRD als de CSDDD heeft ook voor overheden consequenties voor hun eigen werkwijze en biedt een kans om duurzaamheid in de praktijk te brengen.
Vandaag aan de slag
De tijd is rijp voor overheden om duurzaamheid serieus te nemen en zowel hun directe als indirecte verplichtingen uit bijvoorbeeld de SDG’s, EGD, CSRD en CSDDD na te komen. Door zichzelf dezelfde normen op te leggen als het bedrijfsleven en leiderschap te tonen, kunnen zij niet alleen aan verplichtingen voldoen, maar ook een krachtig signaal geven. Dit versterkt hun voorbeeldrol, bevordert uniformiteit en vergroot de impact van de noodzakelijke duurzame transitie.
Heeft u nog vragen over deze blog, of bent u benieuwd wat deze wetgeving voor uw organisatie betekent en welke stappen u kunt nemen om aan deze verplichtingen te voldoen? Neem dan vrijblijvend contact op met de auteurs Sebastiaan Bouthoorn of Trijntje van der Sande, of één van onze experts op het gebied van duurzaamheid en digitale wetgeving.
Referenties
- ECLI:NL:HR:2019:2006.
- https://www.amsterdam.nl/bestuurorganisatie/volgbeleid/duurzaamheid/klimaatneutraal/#:~:text=Amsterdam%20gaat%20over%20op%20100,de%20Routekaart%20Amsterdam%20Klimaatneutraal%202050. Zie verder https://www.rotterdam.nl/klimaat-actieplan-rotterdam
- Zie voor meer informatie over de CSRD: https://highberg.com/nl/insights/csrd-van-verplicht-nummer-naar-versneller-voor-de-duurzame-transformatie